Verkeer rondom basisscholen

Relatief veel kinderen worden met de auto naar de basisschool gebracht. Dit leidt regelmatig tot chaotische en gevaarlijke situaties rondom scholen. Als minder kinderen met de auto komen, zorgt dit voor een veiliger, prettiger en gezonder begin van de dag. De vraag is: wat kunnen we doen zodat er meer kinderen lopend of fietsend naar school komen?

Een programma voor gedragsverandering

Hoe zit het eigenlijk?

Om antwoord te geven op die vraag verdiepten we ons allereerst in de context. Uit onderzoek van Veilig Verkeer Nederland blijkt dat 15% van de kinderen dagelijks met de auto gebracht wordt, en 56% van de kinderen af en toe. Dat lijkt op het eerste gezicht niet veel, maar auto’s nemen veel ruimte in. Ouders nemen vooral de auto omdat ze dan direct door kunnen rijden naar hun werk. Een andere reden die veel genoemd wordt is dat ouders de verkeerssituatie niet veilig genoeg vinden om te fietsen. Wat een paradox!

Observeren bij scholen

We bezochten in de ochtend een aantal scholen en observeerden wat er gebeurde. We zagen dat er vaak onvoldoende ruimte was voor de vele kinderen, die lopend, fietsend, in bakfiets of per auto naar school komen en binnen een tijdsbestek van 15 minuten de school in willen gaan. Mensen waren gehaast om op tijd op school te komen, en snel weer door te gaan naar werk. Bij gebrek aan ruimte parkeerden auto’s op de stoep of keerden op plekken waar dat niet mag. Het geheel was onoverzichtelijk en daardoor gevaarlijk voor de kleine kinderen die lopend of fietsend hun weg zochten.

Fietsen is heel leuk, maar ook gevaarlijk.

Leerling van groep 5

Met de auto is slecht voor de natuur, maar je kan wel nog wat langer uitrusten en het is snel

Leerling van groep 6

In gesprek met betrokkenen

Ook spraken we met betrokkenen; met schoolleiders, ouders en omwonenden, en met kinderen uit de groepen 5 en 6. Opvallend was dat veel kinderen zich bewust waren van de voordelen van lopen en fietsen; ze zeiden het leuk te vinden om te fietsen en om ‘s ochtends al vriendjes en vriendinnetjes tegen te komen en het was ook nog eens goed voor de natuur. Anderzijds werd gezegd dat je van lopen en fietsen moe wordt, en dat fietsen te gevaarlijk is. Scholen gaven aan niet veel te kunnen doen; het onderwijzend personeel heeft al genoeg op zijn bord.

Als je loopt dan kom je onderweg al vriendjes tegen, dat is gezellig!

Leerling van groep 5

Onze visie: het hele systeem helpt mee

Er zijn veel betrokkenen in dit vraagstuk, met verschillende belangen en verschillende vormen van invloed. En al die betrokkenen kunnen meehelpen de gedragsverandering te realiseren, ieder op zijn eigen manier. Als het hele systeem meehelpt, is de kans het grootst dat het effect heeft. Bovendien, gedragsverandering heeft tijd nodig. Om de kans van slagen te vergroten zijn communicatie en interventies over een langere periode noodzakelijk. Het moet een samenhangend programma zijn. In het project hebben we veel verschillende oplossingen en invullingen voor het programma bedacht. We noemen er hier een aantal.

Het nieuwe normaal

Om te beginnen zouden scholen en gemeente samen een nieuwe norm kunnen stellen: “Bij ons komt iedereen die dichtbij school woont in principe lopend of op de fiets." Als de gemeente hier in campagnes ruchtbaarheid aan geeft, voelen de scholen zich gesteund en kunnen die op hun beurt ook gericht communiceren naar de ouders. Ieder jaar komt er een lichting nieuwe ouders voor het eerst met hun 4-jarige kind naar school: deze ouders moeten toch al hun ochtendroutine aanpassen met deze overgang, dus waarom niet direct het lopen of fietsen een plek geven daarin?

Voordelen benadrukken

Om tot gedragsverandering te komen is het belangrijk de voordelen te benadrukken van het gewenste gedrag en de goede gewoonte te stimuleren. De voordelen zijn talrijk, denk aan een veiligere omgeving, meer sociaal contact, meer beweging en meer ruimte voor groen. Iedere ouder wil toch het beste voor zijn kind?

Kinderen helpen ook mee

Ook de kinderen kunnen hun steentje bijdragen; met themadagen en lessen op school kunnen zij de voordelen en het plezier van de fiets ervaren, en misschien zo wel hun ouders overtuigen. Denk aan een gezamenlijke fietscontrole door de kinderen; doet het licht het wel? Of samen nadenken over wat er in de ochtendroutine nodig is; heeft iedereen een regenjas klaarliggen als dat in de ochtend nodig blijkt?

Een ander belangrijk onderdeel is een tweejaarlijkse challenge; kinderen en ouders wordt gedurende een periode gevraagd zoveel mogelijk lopend of met de fiets naar school te komen. Kinderen kunnen punten verdienen als ze (tenminste het laatste deel van) de route lopend of fietsend hebben afgelegd. Iedereen kan meedoen! De score wordt bijgehouden op een voor iedereen zichtbare plaats bij school; bijvoorbeeld uitgedrukt in het aantal stappen dat er meer gezet is dan in de week ervoor. Beloningen zijn er vervolgens niet op individueel niveau, maar voor de hele school of misschien wel buurt: denk aan nieuwe speeltoestellen of meer groen voor de buurt.

En nu?

Het project is nog niet uitgevoerd. Vervolgstappen zijn om bepaalde ideeën kleinschalig uit te proberen en te valideren. Wat werkt wel en wat werkt niet?

Wil je meer lezen over het onderzoek voorafgaand aan deze case? Lees het blog 'Lopen of fietsen naar school: beter voor iedereen' van onze UX director Anna.